De titel die boven dit artikel staat is een uitspraak van een inspecteur van onderwijs. Op 16 februari j.l. kregen wij een inspectiebezoek. Dit maal hebben de inspecteurs zich met name op het havo gericht. Na een toch altijd weer enigszins spannende dag kwam tijdens een mondelinge terugkoppeling het eindoordeel; een voortzetting van het basisarrangement. In gewoon Nederlands betekent dit: “De kwaliteit is in orde, we komen voorlopig even niet meer bij jullie terug.”
Indicatoren
Het onderwijs en de resultaten van onze havoleerlingen zijn in orde bevonden. Daar waren we eerlijk gezegd ook niet bang voor; met een zeer hoog slagingspercentage (afgelopen schooljaar zelfs 100%) en een bovengemiddeld hoog totaal CE (centraal examen) -cijfer (afgelopen jaren gemiddeld een 6.7 tegen landelijk een 6,4) kon er wat dat betreft weinig mis gaan.
Toch zijn er twee indicatoren (dat zijn de meetpunten waar de inspectie op toetst) waar de inspecteurs kanttekeningen bij plaatsten:
- Op welk niveau zit een leerling in het derde leerjaar, in vergelijking met het basisschooladvies (R1). Dat percentage is bij ons heel hoog vanwege de 3-jarige brugperiode waarin alle leerlingen administratief als H/V-leerlingen zijn ingeschreven. Dat geeft uiteraard geen reëel beeld.
- De doorstroom van het derde leerjaar naar het examen (R3). Deze indicator is bij ons juist heel laag vanwege de 6-jarige havo, waarvoor iedere havist op papier er een jaar langer over doet. Dit geeft ook geen reëel beeld, omdat deze route een bewuste keuze is en de leerlingen feitelijk niet blijven zitten.
Deze ‘truc’ is ons ooit door een eerdere inspecteur ingefluisterd, maar deze vakcollega’s hadden daar blijkbaar andere gedachten over. In het definitieve rapport zullen we horen hoe zij hiermee denken om te gaan. Voor een volledige beoordeling van het havo is er nog een besluit nodig hoe er in de beoordelingen een reëel beeld kan worden gegeven.
Na de cijfertjes, de inhoud en de complimenten:
Differentiatie
Een van de speerpunten bij dit inspectiebezoek was differentiatie. De inspecteurs zagen in de periodelessen hoe dat in een heterogene groep gaat. In een wiskundeperiode bijvoorbeeld waarin iedere leerling op zijn niveau uitgedaagd werd met één en dezelfde opdracht. Navraag bij de leerlingen leverde op dat leerlingen met verschillende basisschooladviezen (de inspecteur vroeg aan verschillende leerlingen: wat was je basisschooladvies?) zich door de opdracht uitgedaagd voelden. Er kwamen ook verschillende resultaten uit. Ook dit werd als zeer positief ervaren. Voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben, zo stelden de heren vast, worden degelijke plannen gemaakt en ook concreet aantoonbaar uitgevoerd. “Leerlingen zijn enthousiast over de hulp die ze krijgen”.
De inspecteurs raadden wel aan om te blijven nadenken over differentiatie. “Want”, zo stelden zij, “ook binnen het havo zijn ook nog niveauverschillen. Er is gevoel voor differentiatie, de opdrachten lenen zich er voor, maar het kan planmatiger.”
De schoolcultuur
We hebben sterk de indruk dat jullie een open cultuur hebben. Je kwetsbaar opstellen kan hier en er is geen eilandjescultuur. De kans dat een leraar gekke dingen gaat doen is niet groot. Als je hier rondloopt, zie je dat het goed is. Je kunt niet anders dan vaststellen dat men weet wat men doet hier. De kwaliteit die jullie willen is niet zomaar weg al staat het niet allemaal op papier Misschien is dit nog wel sterker dan alles opschrijven en nooit meer nalezen.
De inspecteurs waren, zo zeiden ze het letterlijk, onder de indruk van onze school. Vooral wat betreft het pedagogische klimaat en de bevlogen en enthousiaste leraren. Opvallend vonden zij ook de grote interesse van de leerlingen in de lessen. Dat ze willen meedoen met de les en niet alleen werken voor de toets. “Dat is een sterk punt van deze school. Hou dat vast!!” Een van de inspecteurs was aanwezig bij de koorrepetitie van het requiem van Jenkins. Hij vond het erg mooi en keek goed om zich heen of echt iedereen meedeed. Hij heeft zeker nog drie keer gezegd dat dit een ‘parel van de school’ is. Sven heeft hem twee vrijkaartjes voor het concert in Tivoli Vredenburg beloofd.
Verder vonden zij de respectvolle omgang van leerlingen onder elkaar en tussen leerlingen en docenten heel opvallend. Zij noemden dit een ‘ondersteunende cultuur’.
Wat jammer is, dat zeiden de inspecteurs ook zelf, dat dergelijke oordelen niet in het beoordelingskader passen. Met andere woorden; we passen niet in het hokje. Maar anderzijds is dit nou juist hetgeen waar wij zo hard aan werken en ook zelf heel blij mee zijn. Dat dit gezien en benoemd wordt door twee mensen die voor hun dagelijks werk jaarlijks tientallen scholen bezoeken, ervaren we dan ook als een groot compliment.
Annelies den Ouden
Teamleider klas 9 en 10