In Jezus’ voetsporen
Een aantal 11eklassers was dit jaar weer op uitwisseling naar Israël. Alle uithoeken van het land zijn bezocht: Nazareth, Jeruzalem, Tel Aviv en zelfs de grens met Gaza.
Nu laat Jezus zijn discipelen in een boot stappen om de Zee van Galiléa over te steken. ’s Nachts breekt er een zware storm los en de golven slingeren de boot heen en weer. De discipelen zijn heel erg bang. Dan zien zij midden in de nacht iemand over het water naar hen toe komen. Ze schreeuwen het uit van angst, want ze weten niet wat ze zien. ’Wees niet bang’, zegt Jezus. ’Ik ben het!’ (Matthéüs 14:1-32;15:29-38;Johannes 6:1-21)
Sommigen nemen dit verhaal voor waar aan, anderen nemen het met een korreltje zout. Wat je ook gelooft, de Zee van Galiléa bestaat nog steeds en een aantal 11e klassers was er de afgelopen krokusvakantie.
Spandoeken bij aankomst
Ons lukte het helaas niet om op het water te blijven staan. Wel hebben we een hoop ‘heilige’ schelpjes mee genomen. We hebben baklava en vreemde zoete hapjes gekocht op een markt in Jeruzalem. We hebben geklaagd bij de Klaagmuur door briefjes aan God tussen de stenen te stoppen. ’s Avonds zongen we ‘Drank en drugs’ op een poolparty zonder zwembad. Dat allemaal, omdat we op uitwisseling waren naar Israël.
Al twaalf jaar wordt er elk jaar een uitwisseling met de Israëlische school Hakfar Hayarok georganiseerd voor leerlingen uit de 11eklas. Leerlingen die mee willen, kunnen zich inschrijven. Als er teveel aanmeldingen zijn, moet er helaas soms geloot worden. Dit jaar stapten we met z’n achttienen op het vliegtuig. Drie docenten gingen mee om ons te begeleiden. Na een reis van ongeveer zeven uur en anderhalf uur naar een koffer te hebben gezocht (die in plaats van naar Tel Aviv naar Zürich was gevlogen) werden we onthaald door spandoeken en knuffels van onze Israëlische vrienden. Ze waren in december al bij ons in Nederland geweest, waar we in één week een hechte groep zijn geworden. Het was geweldig om ze nu, in Israël, terug te zien.
Twee seconden om te schuilen
Aardverschuivingen maakten het ons onmogelijk om op de derde dag naar de Dode Zee te gaan en een aangepast programma moest in elkaar gezet worden. Een tripje naar de grens met de Gazastrook bleek minder gevaarlijk dan de Dode Zee. Dit grensgebied was de afgelopen weken weer veel in het nieuws. Palestijnen, gedwongen om in het kleine streepje Gazastrook te wonen, gooien uit woede regelmatig bommen of raketten over de muur naar Israël. Als antwoord gooit Israël meer raketten en bommen terug. In het binnenland van Israël merk je meestal niet veel van de spanningen, maar als je aan de grens leeft met Gaza, is er een serieuze kans dat er op een dag een raket op je huis neerkomt. Het is er meestal zo onveilig, dat Google Streetview niet eens foto’s van het gebied heeft. Wij konden er die dag heen, omdat het rustig genoeg was, wat dus erg bijzonder is.
Het laatste dorp voor de muur is ontzettend mooi. Veel groene, mooie bomen en witte huizen. Als je in het dorp woont, heb je vijf seconden om een schuilplaats te vinden bij alarm. Dan, aan het einde van de weg wordt het kaler en zandiger en dan staat er opeens een muur. Daarachter ligt Gaza. Van de dreiging of het feit dat terroristische groeperingen zoals Hamas achter die muur leven merk je helemaal niks. Je ziet een muur en meer niet. De zon schijnt hetzelfde en de weinige grassprietjes die er zijn, wiegen rustig heen en weer. Er is zelfs een soort rust, want er is niks. Geen winkels, huizen of mensen. Als je bedenkt dat je twee seconden hebt om plat op te grond te liggen bij het alarm, word je natuurlijk wel een beetje zenuwachtig. Daarom kan je daar maar beter niet aan denken. Tsameret Zamirleeft in het dorp aan de grens. Zij vertelde ons hoe het is om te leven met een constante dreiging van het gevreesde alarm. Elke toerist die bij haar komt krijgt een mozaïekstukje van haar om op de muur te plakken. Wij droegen ons steentje bij aan het woord “peace”.
Ga op uitwisseling!
Ik vond het best spannend om naar Israël te gaan, vooral om een week bij mijn gastgezin te leven. Ik maakte me druk over allerlei irreële scenario’s zoals ‘wat als ik het eten niet lust en een week niks kan eten?’. Dat bleek uiteindelijk allemaal erg mee te vallen. Hun eten leek erg op dat van ons en ik lustte alles. Zo zie je maar weer, het een beetje spannend vinden hoort erbij, maar eigenlijk is het nergens voor nodig.
Dat je in één week zo hecht kan worden met mensen uit een heel ander land, dat is heel bijzonder. We hebben ontzettend veel lol gehad samen. Ik zou zo nog een keer gaan! Er zijn ook veel nieuwe vriendschappen ontstaan tussen de 11e klassers die mee waren. Wat een week Bamba’s eten en ‘Drank en drugs’ luisteren wel niet met je doet. Daarom zeg ik, als je eenmaal in de 11e zit, doe dan mee aan de uitwisseling. Je krijgt alleen spijt als je niet mee doet.
Door Wieke van Vlaardingen